bedelnap
- be·del·nap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedelnap | bedelnappen |
verkleinwoord |
de bedelnap m
- bakje van een bedelaar waarin men geld kan doen
- ▸ ,,Volgens de boeddhistische traditie heeft een monnik in principe geen andere bezittingen dan twee sets kleding en een bedelnap.[2]
- ▸ Mijn echtgenoot heeft daar altijd maling aan en geeft gul aan iedereen die er ook maar even zielig uitziet. Soms kan dat heel verkeerd uitpakken. Zo gooide hij in Uruquay eens een volle hand muntjes in het bedelnapje van een langs de weg zittend oud vrouwtje.[3]
- Het woord bedelnap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedelnap" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “New York wordt overspoeld door agressieve nepmonniken” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron MARJOLEIN SCHIPPER“Gulle gever?” (20 feb. 2014), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be