bedelares

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·de·la·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedelares bedelaressen
verkleinwoord bedelaresje bedelaresjes

Zelfstandig naamwoord

de bedelaresv

  1. vrouwelijke bedelaar, vrouw die bedelt
    • De schamel geklede oude vrouw was een bedelares. 
Vertalingen
   1. zie: bedelaarster   

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be