beard
- Geluid: beard (US) (hulp, bestand)
- IPA: /bɪə(ɹ)d/
- erfwoord Ontwikkeld uit Middelengels berd, bard, bærd, uit Oudengels beard (uit Germaans *barda-), verwant aan Nederlands baard, Duits Bart, enz. [1]
- beard
enkelvoud | meervoud |
---|---|
beard | beards |
beard
- (anatomie) baard
- «It is said that a beard can make a man look more manly.»
- Er wordt gezegd dat een baard een man er mannelijker kan doen uitzien.
- «It is said that a beard can make a man look more manly.»
- (plantkunde) kafnaald van een aar (van een grasplant, graansoort)
- (zoötomie) byssus, uitwendige haren van de mondopening van schelpdieren
- (lhbt) (spreektaal) man die zijn homoseksuele geaardheid door een relatie met een vrouw wil verbergen
-
[1] Rabbi Moshe Yehoshua Hager had a white beard.
De rabbijn Mosjee Jehosjoea Hager had een witte baard. -
[2] An ear of barley with a long beard.
Een aar van gerst met lange kafnaalden. -
[3] The beard of some mossels feels like silk.
De byssus van sommige mossels voelt als zijde.
- [3] byssus
- ↑ Weblink bron beard in: Oxford English Dictionary (1989) op oed.com