• baum·arm
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
baumarm
baumärmer
am baumärmsten
alle verbuigingsvormen

baumarm

  1. boomarm
    «Die Serengeti ist eine baumarme Savanne, etwa so groß wie Belgien.»
    De Serengeti is een boomarme savanne, ongeveer de grootte van België.