baumärmsten
Duits
Uitspraak
- Geluid: baumärmsten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbaʊ̯mˌʔɛʁmstn̩ /
Woordafbreking
- baum·ärms·ten
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
baumärmsten
- overtreffende trap van baumarm
Bijvoeglijk naamwoord
- onbepaald (zonder lidwoord) - starke Deklination
baumärmsten
baumärmsten
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van baumarm
baumärmsten
baumärmsten
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaald - schwache Deklination
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
- bepaald accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van baumarm
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaald - gemischte Deklination
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
- onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van baumarm
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten
baumärmsten