basiswoordenlijst

  • ba·sis·woor·den·lijst
enkelvoud meervoud
naamwoord basiswoordenlijst basiswoordenlijsten
verkleinwoord

de basiswoordenlijstv / m

  1. (onderwijs) opsomming van alle woorden die men op een bepaald onderwijsniveau minimaal moet kennen
     Ook voert hij de 'Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters' in, wat betrekking heeft op het aantal woorden dat kinderen aan het eind van groep twee moeten kennen. Deze maatregel is speciaal gericht op Marokkaanse en Turkse kinderen, omdat zij over een te beperkte woordenschat blijken te beschikken.[1]
  1.   Weblink bron “Over Lodewijk Asscher” (19-12-2012), NOS