Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·voed·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisvoedsel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het basisvoedselo

  1. (voeding) dominante voedingsmiddelen binnen een bepaald voedingspatroon
     Het Midden-Amerikaanse land kampt met de ernstigste droogte in 32 jaar. Daardoor zijn al duizenden stuks vee zijn omgekomen. Bovendien dreigen de oogsten van bonen en mais, beide basisvoedsel voor de Nicaraguanen, dit jaar volledig te mislukken.[1]
     In Egypte leeft bijna 50 procent van de bevolking onder de armoedegrens. De staatssubsidies op basisvoedsel en energie nemen een kwart van de begroting in beslag.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nicaragua: eet meer leguaan!” (Dinsdag 19 augustus 2014, 09:27), NOS
  2.   Weblink bron “Bier in Egypte 200% duurder” (Zondag 6 juli 2014, 20:52), NOS