• ba·sis·sa·la·ris
enkelvoud meervoud
naamwoord basissalaris basissalarissen
verkleinwoord basissalarisje basissalarisjes

het basissalariso

  1. salaris zonder extra toeslagen of bonussen
    • Kleisterlee wijst erop dat het basissalaris van Van Beurden vorig jaar met 1,6 miljoen euro nauwelijks is gestegen. De topman kreeg daarnaast in totaal 18,2 miljoen aan bonussen uitgekeerd. [2]