Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·kast·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord barkastje -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het barkastjeo dim. tant.

  1. kastje met openklappend schenkbord om drinkbenodigdheden in op te bergen

Zelfstandig naamwoord

het barkastjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord barkast

Gangbaarheid