bardichtheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bar·dicht·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bardichtheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bardichtheid v
- (horeca), (demografie) de hoeveelheid bars en cafés in verhouding tot het aantal inwoners van een gebied
- In Spanje heeft men de hoogste bardichtheid van Europa.
Gangbaarheid
- Het woord 'bardichtheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.