• bar·bi·tu·raat
enkelvoud meervoud
naamwoord barbituraat barbituraten
verkleinwoord - -

het barbituraato

  1. (farmacologie) Een slaapmiddel in de vorm van een barbituurzuur verbinding
65 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be