Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

baoge

  1. (militair) boog, handboog; een wapen waarmee een pijl weggeschoten kan worden
  2. (wiskunde) boog, cirkelboog
  3. (bouwkunde) boog; een deel van een bouwwerk waar iets of iemand onderdoor kan gaan (vgl. spitsboog, triomfboog)


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

baoge

  1. (militair) boog, handboog; een wapen waarmee een pijl weggeschoten kan worden
  2. (wiskunde) boog, cirkelboog
  3. (bouwkunde) boog; een deel van een bouwwerk waar iets of iemand onderdoor kan gaan (vgl. spitsboog, triomfboog)
Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. flitsebaog, flitseboog, pielboog, pielebaog, pielebaoge, pieleboge, pieleboog, piel-en-baoge, piel-en-boge, piel-en-boog, pielepalleboge

Meer informatie