Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·te·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banktegoed banktegoeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het banktegoedo

  1. (financieel) geld dat men op een bankrekening heeft staan
     De negatieve rente geldt tot nu toe voor het banktegoed boven de 100.000 euro. Op bedragen tot 100.000 euro geven sommige banken 0,01 procent rente, of helemaal geen rente. Het rentebeleid van banken verschilt onderling. Ze trekken niet één lijn, want dat lijkt op verboden prijsafspraken.[1]
     Om vast te stellen hoeveel vermogen een huishouden heeft, maakt het CBS een optelsom van bezittingen (zoals je banktegoed en de waarde van je huis) en schulden (zoals je hypotheek). Niet alles telt mee: contant geld, sieraden en antiek worden bijvoorbeeld niet meegenomen.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Banken schrappen negatieve rente op banktegoeden” (Maandag 1 augustus 2022, 15:14), NOS
  2.   Weblink bron “Iets minder ongelijkheid in vermogen tussen huishoudens” (Maandag 18 november 2019, 12:35), NOS