Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·re·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankrelatie bankrelaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bankrelatiev

  1. zakelijke betrekking tussen een bank en een klant
     "Onder deze omstandigheden kan niet van ING worden gevergd om met deze klant, die onvoldoende oog heeft voor de gerechtvaardigde belangen van ING en zich onvoldoende heeft ingespannen om de vertrouwensbreuk te herstellen, een bankrelatie aan te gaan."[2]
     Geld voor start-ups in problemen is onderweg. Het kabinet heeft ruim anderhalve week geleden 100 miljoen euro beloofd. Dit geld wordt beschikbaar gesteld omdat start-ups geen bankrelatie hebben, schrijft het kabinet in een Kamerbrief over de maatregelen.[3]
     Volgens Deutsche Bank wordt de bankrelatie met 4000 klanten voorlopig voortgezet omdat hier sprake is van langlopende leningen. Van de resterende 14.000 klanten hebben inmiddels 9500 klanten een andere bank gevonden. De resterende 4500 klanten zijn nog op zoek en met hen lopen gesprekken.[4]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Rechtbank: ING heeft rekening Viruswaarheid terecht stopgezet” (Dinsdag 25 oktober, 20:45), NOS
  3.   Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Start-ups in zwaar weer, geld is onderweg” (Vrijdag 17 april 2020, 06:48), NOS
  4.   Weblink bron “DB sluit kantoren in Nederland” (Donderdag 31 oktober 2013, 12:03), NOS