Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bankkostenmv

  1. (financieel) geld dat men voor de diensten van een bank moet betalen
     Volgens de Europese Commissie heeft Mastercard winkeliers gedwongen om bankkosten af te dragen volgens de regels van het land waar de winkel gevestigd was. Daardoor konden ze niet uitwijken naar goedkopere opties in een ander land.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Europese boete van ruim half miljard euro voor Mastercard” (Dinsdag 22 januari 2019, 13:20), NOS