Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·af·schrift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankafschrift bankafschriften
verkleinwoord bankafschriftje bankafschriftjes

Zelfstandig naamwoord

het bankafschrifto

  1. een lijst met gemaakte betalingen en afschrijvingen van een bepaalde tijd
    • Het papieren bankafschrift is bijna geheel verdwenen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be