bandplooibroek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bandplooibroek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• band·plooi·broek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  band zn,   plooi zn  en  broek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bandplooibroek	bandplooibroeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bandplooibroek v / m

1. een broek met een extra plooi aan de bovenkant van de broek

   ▸ Het verhaal gaat over Rafael uit Sevilla en de Baskische Amaia. Rafael (stereotype Andalusiër met bandplooibroek, polo, trui over z’n schouder en haarlok voor z’n gezicht) houdt van voetbal en van mooie vrouwen. Hij is Andalusië nog nooit uit geweest.

Gangbaarheid

• Het woord bandplooibroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.