bamboekoker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bamboekoker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bam·boe·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bamboe zn en koker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bamboekoker | bamboekokers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bamboekoker m
- een smal cilindervormig hol voorwerp gemaakt van bamboe dat bruikbaar is als verpakking
- (muziek) cilindervormige klankstaaf gemaakt van bamboe als onderdeel van een Angkloeng
Gangbaarheid
- Het woord bamboekoker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.