balboekje
- bal·boek·je
- samenstelling van bal zn en boekje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | balboekje | balboekjes |
het balboekje o
- gevouwen kaart waarop een vrouw de namen had geschreven van de mannen waarmee ze had beloofd
- (figuurlijk) lijst men namen van mensen waarmee men een afspraak heeft
- ▸ De relaties met Uganda, ook in Lavrovs balboekje, en het Westen staan er ook steeds minder rooskleurig voor, vooral door kritiek over mensenrechtenschendingen.[1]
- ▸ Mark Rutte is populair: iedereen wil hem spreken. Zijn balboekje staat vol met EU-leiders die op het Catshuis langs willen komen, voordat volgende week de EU-top over het herstelfonds wordt gehouden.[2]
- Het woord balboekje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Elles van Gelder“Rusland op charmeoffensief met tour langs Afrikaanse landen” (Zondag 24 juli 2022, 09:58), NOS
- ↑ Weblink bron Bert van Slooten en Jan Talens“Merkel, Conte en de werkgevers: iedereen wil iets van premier Rutte” (Donderdag 9 juli 2020, 21:07), NOS