balansburger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·lans·bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van balans zn en burger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balansburger | balansburgers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de balansburger m
- (economie) iemand die zijn levensstijl aanpast als er minder inkomsten zijn
Gangbaarheid
- Het woord balansburger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.