bakgoot
- bak·goot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakgoot | bakgoten |
verkleinwoord |
- geul met een platte bodem en twee rechtopstaande wanden waardoor een vloeistof kan wegvloeien
- Het woord bakgoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakgoot" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be