bagatelle
- ba·ga·tel·le
- Via het Franse bagatelle en het Italiaanse bagattella van het Latijnse baca (bes).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bagatelle | bagatellen, bagatelles |
verkleinwoord | bagatelletje | bagatelletjes |
- een klein en licht muziekstuk
- Een bagatelle uit opus 126 van Beethoven.
- een kleinigheid, bagatel
- Ruzie over slechts een bagatelle.
- Het woord bagatelle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bagatelle" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be