bagatelletjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·ga·tel·le·tjes
Zelfstandig naamwoord
de bagatelletjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bagatel
de bagatelletjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bagatelle