bacchant
- bac·chant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bacchant | bacchanten |
verkleinwoord | - | - |
de bacchant m
- (religie) losbandige Bacchuspriesteres
- iemand die aan het Bacchusfeest (een bacchanaal) meedoet
- Het woord bacchant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bacchant" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bacchant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be