aviair
- avi·air
stellend | |
---|---|
onverbogen | aviair |
verbogen | aviaire |
aviair
- van vogels afkomstig, vogel-
- vanmorgen bezorgde een duif me een aviaire dropping
- aviaire influenza is een andere naam voor vogelgriep
- Het woord 'aviair' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.