automatiseringscursus
- au·to·ma·ti·se·rings·cur·sus
- samenstelling van automatisering zn en cursus zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | automatiseringscursus | automatiseringscursussen |
verkleinwoord | automatiseringscursusje | automatiseringscursusjes |
de automatiseringscursus m
- (informatica) cursus waarbij men leert om te vaan met een geautomatiseerd systeem
- (informatica) cursus waarbij men leert een systeem te automatiseren
- Het woord 'automatiseringscursus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.