autokeuringsbedrijf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·keu·rings·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autokeuringsbedrijf autokeuringsbedrijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het autokeuringsbedrijfo

  1. (economie) onderenming waar men auto's beoordeelt (op veiligheid, op waarde)
     De Ruurloër, technisch inspecteur bij een groot internationaal autokeuringsbedrijf, komt dit jaar voor het tweede seizoen uit in de Vrije Formule Klasse voor formulewagens.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Berkellander in racebolide Arie Luijendijk” (06-02-2013), Tubantia