auspiciën
- aus·pi·ci·en
- alleen meervoud, van Latijn auspicia met het achtervoegsel -en, in de betekenis van ‘voortekens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1628 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | auspiciën |
verkleinwoord | - | - |
de auspiciën mv
- onder ~ van: met de ondersteuning, goedkeuring van, onder toezicht van
- Het bestand werd gesloten onder auspiciën van de VN.
1. ondersteuning, goedkeuring, toezicht
- Het woord auspiciën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "auspiciën" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "auspiciën" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be