associatieakkoord
- as·so·ci·a·tie·ak·koord
- samenstelling van associatie zn en akkoord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | associatieakkoord | associatieakkoorden |
verkleinwoord |
het associatieakkoord o
- (politiek) overeenstemming tot nauwere samenwerking en onderlinge verbondenheid
- ▸ "Dit is veel groter dan Nederland." Premier Mark Rutte haalt vandaag alles uit de kast om het associatieverdrag met Oekraïne verdrag te redden. Een Nederlands definitief 'nee' is direct van invloed op Syrische burgers in Aleppo, zei Rutte vandaag tijdens zijn wekelijkse persconferentie.[1]
- ▸ Premier Jatsenjoek en de 28 regeringsleiders hebben een politiek akkoord getekend. Het is een onderdeel van een associatieakkoord, dat in november vorig jaar strandde door tegenwerking van de toenmalige president Janoekovitsj. Zijn actie leidde tot veel politieke en maatschappelijke onrust in Oekraïne.[2]
- Het woord associatieakkoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Ruttes hartenkreet voor oplossing Oekraïne” (Vrijdag 28 oktober 2016, 15:15), NOS
- ↑ Weblink bron “EU en Oekraïne sluiten akkoord” (Vrijdag 21 maart 2014, 10:08), NOS