assistent-geneeskundige
- as·sis·tent-·ge·nees·kun·di·ge
- samenstelling van assistent zn en geneeskundige zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assistent-geneeskundige | assistent-geneeskundigen |
verkleinwoord |
de assistent-geneeskundige m
- (beroep) (medisch) arts die werkt onder leiding van een geneeskundige; geneeskundige die een arts helpt
- Het woord assistent-geneeskundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.