• ge·nees·kun·di·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord geneeskundige geneeskundigen
verkleinwoord

degeneeskundigev/m

  1. (medisch) (beroep) arts, Een arts, dokter of geneesheer (Latijn: medicus) is een persoon die gerechtigd is de geneeskunde te beoefenen.

geneeskundige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geneeskundig