Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·si·sen·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord assisenzaak assisenzaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de assisenzaakv / m

  1. strafrechtszaak bij het hof van assisen, de Belgische rechtbank die bevoegd is voor misdaden en politieke en drukpersmisdrijven
    • Vander Velpen staat in Tongeren de nabestaanden bij van Linda Doms. Hardy wordt verdacht van de moord op Doms en op Maria Walschaerts, en verkrachting met foltering. Daarnaast staat hij ook terecht voor moordpogingen op actrice Veerle Eycermans en Annie H. In de aanloop naar zijn assisenzaak bekende de 55-jarige Hardy de twee moorden, alsook twee moordpogingen. [1] 
    • Caluwaerts bouwde zich een reputatie op als strafpleiter in een reeks correctionele en assisenzaken rond onder meer drugs, huisjesmelkerij en moord. [2] 
    • Jean-Philippe Mayence, de advocaat van Mogi Bayat, kennen we vooral van het proces-Wesphael die verdacht werd van de moord op zijn vrouw. En werd vrijgesproken. Deze krant noemde hem toen ‘De Jef Vermassen van Wallonië’. Jean-Philippe Mayence pleitte al meer dan 120 assisenzaken en behaalde minstens dertig vrijspraken. [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen