Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·sem·bla·ge·hal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord assemblagehal assemblagehallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de assemblagehalv / m

  1. (industrie) fabriekshal waarin onderdelen worden samengevoegd tot een eindproduct
     Voor de ontwikkeling en bouw van de frames bouwt het ruimtevaartbedrijf uit Leiden een nieuwe assemblagehal in Oegstgeest. De kosten van de onderdelen zijn ongeveer de helft van die die werden gebruikt bij de Ariane 5-raket. Dat is volgens een woordvoerder nodig vanwege de groeiende concurrentie in de ruimtevaart, onder meer door initiatieven als SpaceX.[1]
     De allerlaatste vlucht van een spaceshuttle is die van de Atlantis op 8 juli. Dat ruimteveer is al begonnen aan de rit van vijf kilometer van de assemblagehal naar de lanceerplaats.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Airbus Leiden bouwt mee aan nieuwe Ariane-raket” (Dinsdag 20 juni 2017, 17:17), NOS
  2.   Weblink bron “Endeavour geland na laatste vlucht” (Woensdag 1 juni 2011, 09:06), NOS