aspirant-bestuurder
- Geluid: aspirant-bestuurder (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑspiˈrɑndbəˌstyrdərs / (6 lettergrepen)
- as·pi·rant-be·stuur·der
- samenstelling van aspirant zn en bestuurder zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I onder (1) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aspirant-bestuurder | aspirant-bestuurders |
verkleinwoord | - | - |
de aspirant-bestuurder m
- iemand die zich inspant om een leidinggevende positie te krijgen
- ▸ Tenslotte zegt de aspirant-bestuurder te hopen dat haar functie binnen de bond meer vrouwen ertoe zal bewegen actief te worden, hetzij in het eigen bedrijf, hetzij binnen de bond.[2]
- iemand die zich voorbereid op werk waarbij je een voertuig bestuurt
- ▸ Het praktische rijbewijs-examen kan bij een slechthorende alleen dan haken en ogen vertonen, wanneer de examinator niet in staat is om zijn vragen en instructies zodanig kenbaar te maken, dat de aspirant-bestuurder hem kan volgen.[3]
- Het woord 'aspirant-bestuurder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marita Boonstra (34), eerste vrouwelijke bestuurder Industriebond FNV Friesland: „Te weinig vrouwen actief binnen bedrijf of vakbond" in: Leeuwarder Courant , jrg. 234 nr. 23 (28 januari 1985), Stichting Leeuwarder Courant 1947, Leeuwarden, p. 7 kol. 6
- ↑ Weblink bron Doven behoren tot de beste weggebruikers : Veilig rijden zonder te horen heel wel mogelijk in: Leeuwarder Courant , jrg. 217 nr. 229 (28 september 1968), Stichting Leeuwarder Courant 1947, Leeuwarden, p. 33 kol. 3