ashram
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ash·ram
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Sanskriet, in de betekenis van ‘leefgemeenschap van aanhangers van Indische religies’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1992 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ashram | ashrams |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ashram m
- leefgemeenschap van en ontmoetingscentrum voor aanhangers van Indiase religies, die gebruikt wordt als religieuze levens-, studie- en arbeidsgemeenschap
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord ashram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.