asfaltjeugd
- Geluid: asfaltjeugd (hulp, bestand)
- as·falt·jeugd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asfaltjeugd | |
verkleinwoord |
- jongeren van de lagere klassen die weinig opvoeding krijgen
- ▸ Op 5 december 2002 tijdens zijn verjaardagsspeech zei hij zich ernstig bezorgd te maken over het feit dat de drugs de Thaise jeugd verpesten. Steeds meer jongeren verslingeren zich aan Yaba-amfetaminepillen, een broertje van de xtc-pil. Dat betreft dan niet alleen de asfaltjeugd maar ook de jongeren uit de betere kringen.[2]
- Het woord asfaltjeugd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "asfaltjeugd" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marie van Beijnum“Welkom „Hari” Majesteit en „Juine” Koninklijke Hoogheid” (19-01-2004), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be