Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·best·hou·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen asbesthoudend asbesthoudender asbesthoudendst
verbogen asbesthoudende asbesthoudendere asbesthoudendste
partitief asbesthoudends asbesthoudenders -

Bijvoeglijk naamwoord

asbesthoudend [1]

  1. van iets dat het asbest bevat
     Willem Schulpen van de actiegroep "Comité Asbest Nedstaal Nee" vermoedt dat Nedstaal in het verleden wel asbesthoudend materiaal heeft verwerkt. Volgens Wijma is dit niet het geval. Dat er nu asbest is gevonden, is een "incident", aldus de operationeel directeur.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Productiestop Nedstaal door asbest” (Maandag 8 april 2013, 14:47), NOS