armoedigheid
- ar·moe·dig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armoedigheid | armoedigheden |
verkleinwoord |
- het heel arm zijn
- het ellendig en onvoordelig zijn; het lelijk en onverzorgd zijn
- Het woord armoedigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.