• ar·moe·de·val
enkelvoud meervoud
naamwoord armoedeval armoedevallen
verkleinwoord

de armoedevalm

  1. fenomeen dat iemand met een uitkering door te gaan werken geen extra inkomsten verwerft; verschijnsel dat iemand door meer geld te verdienen, door het wegvallen van sociale voorzieningen, juist armer wordt; verschijnsel dat iemand die arm is geen mogelijkheden heeft om zijn of haar positie te verbeteren
     In het nieuwe systeem blijven er van de elf kindregelingen maar vier over: kinderbijslag, het kindgebonden budget, de combinatiekorting en de toeslag voor kinderopvang. Volgens minister Asscher is het nieuwe stelsel eerlijker, eenvoudiger en effectiever en levert het ook een bezuiniging op. Het moet de zogenoemde armoedeval voorkomen: dat is het verschijnsel dat ouders financieel slechter af zijn naarmate ze meer verdienen. Het kabinet wil mensen meer prikkelen om aan het werk te gaan.[1]
     De jongerenvoorzitter wijst op de grote gevolgen voor de Grieken, zoals een "gigantische armoedeval voor Griekse burgers". "Dan komt de Griekse economie terecht op het niveau van de meeste Afrikaanse landen. Ook dat verhaal moet de ChristenUnie vertellen."[2]
  1.   Weblink bron “Minder kinderbijslag voor ouder kind” (Dinsdag 3 september 2013, 13:42), NOS
  2.   Weblink bron “Jong CU: stop anti-eurosentiment” (Donderdag 29 november 2012, 12:49), NOS