armetierigheid
- ar·me·tie·rig·heid
- afleiding van armetierig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armetierigheid | armetierigheden |
verkleinwoord |
- mater waarin iets getuigt van een gebrek aan zorg en financiële middelen
- ▸ Ze zullen de armetierigheid veranderen in shabby chic en aantonen dat alles hier met opzet is zoals het is.[2]
- Het woord armetierigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186