argumentering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·gu·men·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van argumenteren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | argumentering | argumenteringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord argumentering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.