Nederlands

 
archiefdozen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·chief·doos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord archiefdoos archiefdozen
verkleinwoord archiefdoosje archiefdoosjes

Zelfstandig naamwoord

de archiefdoosv / m

  1. een doos waarin archiefstukken zitten
    • Je kunt de inhoud van een ordner compacter bewaren in een archiefdoos. 


Gangbaarheid