arbeidsvoorwaardelijk


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·voor·waar·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen arbeidsvoorwaardelijk arbeidsvoorwaardelijker arbeidsvoorwaardelijkst
verbogen arbeidsvoorwaardelijke arbeidsvoorwaardelijkere arbeidsvoorwaardelijkste
partitief arbeidsvoorwaardelijks arbeidsvoorwaardelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

arbeidsvoorwaardelijk

  1. betrekking hebbend op de voorwaarden waaronder men bepaalde arbeid verricht
     Werknemers kunnen volgens ADP ook nog wat hebben aan hogere reiskosten- en thuiswerkvergoedingen. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt namelijk van 19 naar 21 cent per kilometer en de maximale thuiswerkvergoeding gaat van 2 euro naar 2,15 euro per dag. Het is dan nog wel de vraag of werkgevers inderdaad de vergoedingen verhogen naar de nieuwe maxima. "Het feit dat het fiscaal mag, betekent nog niet dat een werkgever het arbeidsvoorwaardelijk moet doen", stelt Van Leeuwerden.[1]
     De Nederlandse voetbalsters zullen vandaag niet afreizen naar Denemarken voor de oefeninterland tegen het Deense vrouwenelftal in Horsens aanstaande vrijdag. Door een arbeidsvoorwaardelijk conflict met de vrouwenselectie heeft de Deense voetbalbond besloten de oefenwedstrijd af te zeggen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Loon modale werknemer stijgt in januari met 91 euro” (Woensdag 28 december, 09:05), NOS
  2.   Weblink bron “Interland afgezegd: Oranjevrouwen niet naar Denemarken” (Dinsdag 12 september 2017, 09:28), NOS