• ar·beids·uur
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsuur arbeidsuren
verkleinwoord

het arbeidsuuro

  1. werktijd van 60 minuten
     Veel werklozen en geen werk of laagbetaald werk betekent weinig inkomen en dat zet mensen klem. Men verdient gemiddeld minder dan in Nederland, de lonen liggen doorgaans lager en die zijn de voorbije jaren nauwelijks gestegen. De loonkosten liggen hoog, gemiddeld 36 euro per arbeidsuur, maar het loondeel is met 24 euro een stuk lager.[2]
     Vooruitlopend hierop lijken grote bedrijven eieren voor hun geld te kiezen. De FNV is in gesprek met de NAM en RWE over de ketenaansprakelijkheid. "Er is echt wat veranderd", zegt Krekels die opnieuw actief is in de uitzendbranche. "De verdiensten zijn lager. Niet langer wordt 5 maar 1 euro winst gemaakt op een arbeidsuur. Het is allemaal veel transparanter. Ik slaap veel beter", zegt hij.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Wat drijft de gele hesjes in het land van Jean Dupont?” (Zaterdag 8 december 2018, 08:45), NOS
  3.   Weblink bron “Nuon gaat optreden tegen uitbuiting” (Woensdag 5 februari 2014, 12:08), NOS