arbeidstherapeute

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·the·ra·peu·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidstherapeute arbeidstherapeutes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arbeidstherapeutev

  1. (beroep) vrouw die arbeidstherapie geeft
     Een voormalige arbeidstherapeute van een gevangenis in de staat New York heeft bekend twee veroordeelde moordenaars te hebben geholpen bij hun ontsnapping.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Arbeidstherapeute bekent hulp aan moordenaars” (Dinsdag 28 juli 2015, 23:14), NOS