arbeidspositie
- ar·beids·po·si·tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidspositie | arbeidsposities |
verkleinwoord |
de arbeidspositie v
- de macht die die iemand heeft op de arbeidsmarkt
- ▸ "Een interessant voorstel" noemt de Tilburgse hoogleraar arbeidsrecht Ton Wilthagen het vandaag in de Volkskrant. "Het voordeel van de tussenbaan is dat het de arbeidsvoorwaarden voor een grote groep mensen met een zwakke arbeidspositie kan verbeteren." Withagen ziet ook potentiële nadelen: "De kans bestaat dat werkgevers straks alleen nog dit soort banen aanbieden, omdat vaste contracten een stuk duurder zijn."[1]
- ▸ Ook coalitiepartner PvdA is benieuwd naar het uiteindelijke rapport van Kalsbeek. Kamerlid Hamer gaat er wel van uit dat de commissie het plan van FNV en OSB serieus bekijkt. "Het is een van de opties die de commissie zal meenemen." Hamer benadrukt dat de arbeidspositie van huishoudelijk werkers moet worden verbeterd.[2]
- Het woord arbeidspositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Supermarkten willen 'tussenbanen' van vier jaar” (Vrijdag 14 april 2017, 07:15), NOS
- ↑ Weblink bron “VVD tegen cheque werksters” (Aangepast dinsdag 7 januari 2014, 18:34), NOS