arbeidsflexibiliteit


  • ar·beids·flexi·bi·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsflexibiliteit arbeidsflexibiliteiten
verkleinwoord

de arbeidsflexibiliteitv

  1. (economie) het gemak waarmee werknemers op variabele tijden kunnen werken
     Winkels die door zelfstandigen worden gerund, genieten meer arbeidsflexibiliteit en de loonkosten zijn er iets lager. De werkweek is er in principe ook anderhalf uur langer. Vooral de toeslagen voor werken op zon- en feestdagen zijn er minder drastisch. Bij de eigen winkels van ketens kunnen die oplopen tot het drievoudige van een gewone werkdag.[1]


  1.   Weblink bron
    Pascal Dendooven
    “Delhaize botst met Colruyt over loonstelsels in supermarkten” (Zaterdag 14 september 2024 om 03:00), De Standaard