• aqua·jog·gen

aquajoggen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aquajoggen
aquajogde
geaquajogd
zwak -d volledig
  1. (sport) fitnessen in het water van een ondiep zwembad
     De middenafstandloper probeert blessures te voorkomen door zijn lichaam minder zwaar te belasten. Aquajoggen helpt daarbij. 'Zeker een training in de week ben ik in het zwembad te vinden."[2]
     Zwembad Dorper Esch Denekamp; Open voor banenzwemmen en groepslessen zoals aquajoggen. Ook hier is volgens de richtlijnen vooraf reserveren verplicht.[3]


  1. aquajoggen op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Atleet Kupers gaat aquajoggend naar wereldtop” (24-02-2014), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Bjorn Weinreder
    “In welke Twentse en Achterhoekse zwembaden kun je weer een duik nemen? Bekijk hier een overzicht” (29-05-2020), Tubantia