appartementsgebouw

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·par·te·ments·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appartementsgebouw appartementsgebouwen
verkleinwoord appartementsgebouwtje appartementsgebouwtjes

Zelfstandig naamwoord

het appartementsgebouwo

  1. een groter gebouw (meestal met meerdere woonlagen) waarin verschillende zelfstandige woningen zitten
    • De Nirwana-flat in Den Haag is een van de eerste appartementsgebouwen van Nederland. 

Gangbaarheid