apparatuurkosten
- ap·pa·ra·tuur·kos·ten
- samenstelling van apparatuur zn en kosten zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apparatuurkosten | |
verkleinwoord |
de apparatuurkosten mv
- geld dat men moet betalen voor het gebruik of bezit van de benodigde toestellen
- Het woord 'apparatuurkosten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.